|
Rotsachtige plaatsen, duinen, stranden en hoog droog gras
Daar kan hij het beste leven .
Weinig vijanden en veel voedsel Een paradijs voor de slangen.
Slangen zijn warmbloedige dieren
Dus hebben het nooit erg koud. Als hij vijanden
tegenkomt, verschuilt hij zich onder de grond.
Meestal voelt hij dat met zijn gesplitste tong.
Heel af en toe door de trillingen in de grond.
|